Varkensvlees, wel degelijk gevaarlijk en ongezond
Hoog tijd voor een beter en strenger beleid
Eind 2014 kregen veel mensen op Curaçao de schrik van hun leven omdat het vet van varkens afkomstig van meerdere varkenskwekerijen besmet was met Dioxine. Dat probleem werd snel op zeer onprofessionele wijze opgelost namelijk eenvoudigweg “een stukje vet wegsnijden” en voilà: de rest van het varken kon zonder zorgen gegeten worden. Daarna zweeg iedereen in alle talen. Dioxine is echter niet het enige probleem bij varkensvlees. Zolang er niet over gesproken wordt en zolang er geen onderzoek gedaan wordt maakt niemand zich zorgen. Het wordt hoogtijd dat u kritischer wordt als het gaat om uw gezondheid!
Neurocysticercosis is een aandoening waarbij de hersenen, de hersenvliezen en het ruggenmerg ontstoken zijn geraakt door een infectie met een parasiet, die Tenia Solium wordt genoemd. Neurocysticercosis wordt ook wel een parasitaire infectie van het zenuwstelsel genoemd. De term ‘neuro’ geeft aan dat er iets aan de hand is met de hersenen en/of het ruggenmerg, terwijl de term ‘cysticercosis verwijst naar de naam van de larve die het ziektebeeld veroorzaakt. Deze larve heet Tenia Solium en wordt ook wel een varkenslintworm genoemd. De besmetting vindt plaats bij mensen (kinderen en volwassenen) die veel in aanraking komen met levende varkens en mensen die onvoldoende gegaard varkensvlees eten dat besmet is met Tenia Solium. De larve kan in de maag en darmen van een varken in leven blijven. De larve legt eitjes die via de ontlasting van het varken naar buiten komen.
Trichinellosis
Een andere besmetting van het varken is ‘Trichinellosis’. Trichinellosis is een parasitaire zoönose (een infectieziekte die kan worden overgedragen van dieren op mensen) die wereldwijd voorkomt en wordt veroorzaakt door rondwormen behorende tot het genus Trichinella. Het is een voedseloverdraagbare aandoening, afkomstig van besmet varkens-, paardenvlees of wild. In Frankrijk zijn in 1998 twee uitbraken beschreven met in totaal 550 humane gevallen. Ook in Duitsland zijn in 1998 en 1999 2 uitbraken beschreven met 52 humane gevallen. Klachten van een Trichinella-infectie bij mensen bestaan uit buikpijn, algemene malaise, koorts, vochtophopingen, bindvliesontsteking, bloedingen onder de nagels en tenslotte spierpijn. Wanneer zeer veel spierlarven worden opgenomen kunnen ook hart-, ademhalingsklachten en hersenaandoeningen voorkomen. In Nederland worden alle varkenskarkassen, die in door de Europese Unie (EU) goedgekeurde slachthuizen geslacht worden, onderzocht op het vóórkomen van Trichinella (Richtlijn EU 64/433/EEC) tevens dient Nederland volgens de zoönosenrichtlijn 92/117/EEC jaarlijks te rapporteren aan de EU over het voorkomen van Trichinella-infecties bij mens en dier.
Epilepsie
Wanneer iemand in aanraking komt met de ontlasting van het varken en vervolgens de hand naar de mond brengt komen de larve eitjes in het menselijk lichaam en wel in darmen van de mens. De larven kruipen uit de darmen naar de bloedvaten en nestelen zich in de huid, spieren, hersenvliezen, ruggenmerg, botten en ogen. De besmetting kan vervolgens van mens tot mens overgedragen worden. De larven in de hersenen kunnen daar heel lang ongestoord blijven leven. Pas wanneer de larven na jaren afsterven ontstaat er een ontstekingsreactie omdat het lichaam de larve probeert op te ruimen. Door de ontstekingsreactie kunnen de hersenen in de buurt van de ontsteking niet goed functioneren, uitvallen of er kan epilepsie ontstaan. Afhankelijk van de plek waar de larven zitten kunnen er klachten ontstaan zoals verlammingen, gedragsveranderingen, problemen met het zien, rugpijn, spierpijn, huidafwijkingen, hartproblemen en herseninfarct.
Parasiet
Er zijn inmiddels 10 verschillende Trichinella-soorten beschreven. Hiervan is Trichinella spiralis wel de bekendste en ook de meest belangrijke voor de mens omdat deze soort zich ook kan handhaven in gedomesticeerde varkens en paarden, en in ratten en muizen. Trichinella spiralis heeft een wereldwijde verspreiding en komt zowel in de wildcyclus (sylvatische) als de gedomesticeerde (domestische) cyclus voor. De meeste andere Trichinella soorten komen alleen in de sylvatische cyclus voor zoals Trichinella britovi, Trichinella nativa, Trichinella nelsoni, Trichinella murelli en drie nog niet gedefinieerde soorten T6, T8 en T9. Dit wil niet zeggen dat landbouwhuisdieren niet gevoelig zijn voor deze sylvatische Trichinellasoorten. Zo zijn er humane gevallen beschreven van trichinellosis door het eten van besmet varkensvlees, waarbij Trichinella britovi werd gevonden. Naast deze zeven genotypen die allen in het spierlarvenstadium in een kapselvorm voorkomen (encapsulated), zijn er nog twee soorten beschreven die geen kapsel (non-encapsulated) vormen: Trichinella pseudospiralis en Trichinella Papua NewGuinee. Recentelijk is Trichinella pseudospiralis ook bij mensen in Europa beschreven en bij varkens en wild in Finland.
Ziekteverschijnselen
De Trichinella spiralis is een microscopisch wormpje waarvan de larve zich door het lichaam kan verplaatsen. Vooral spieren kunnen hinder ondervinden van ingekapselde larven. De ziekte die door deze besmetting ontstaat heet trichinellose en kent de volgende verschijnselen. In het begin, meestal ongeveer twee weken na besmetting, buikpijn en diarree, na verloop van tijd: oedeem, jeuk en koorts en op de langere termijn chronische spierpijn. Een dodelijke afloop komt weinig voor, maar is niet uitgesloten. De ernst van de ziekte varieert van symptoomloos tot dodelijk, dit is afhankelijk van de hoeveelheid parasieten die de patiënt heeft binnengekregen. Het vlees van besmette dieren dat niet goed gekookt, gebakken of niet lang genoeg ingevroren is geweest (stukken vlees tot 15 cm doorsnede moeten minimaal 3 weken bij -150C worden bewaard), is een bron voor humane infecties. Trichinellalarven die in de spiercellen van besmet vlees aanwezig zijn, komen onder invloed van maagzuur vrij, ontwikkelen zich verder in de darmwand tot volwassen wormen en de hieruit geboren nieuwe larven (new born larvae) migreren via darmwand en bloedvaten naar dwarsgestreept spierweefsel, waar ze zich inkapselen. Beide genoemde besmettelijke ziektes (Neurocysticercosis en Trichinellosis) moeten heel goed in de gaten gehouden worden en er moeten serieuze hygiënische maatregelen getroffen worden zoals handen wassen na de toiletgang en handen wassen voor het eten. Daarnaast is het belangrijk als u varkensvlees eet, dat u er goed voor zorgt dat u geen rauwe of ongare stukjes varkensvlees eet.
Zoönosen bij het varken
Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport geeft de volgende lijst van de zoönosen bij het varken:
- Ascaridose
- Botulisme
- Brucellose
- Colibacillose
- Cryptosporidiose
- Dermatophytose (Ringworm)
- Fasciolose
- Hondsdolheid
- Hydatidose
- Leptospirose
- Listeriose
- MRSA
- Miltvuur
- Salmonellose
- Schurft
- Taeniase en cysticercose
- Toxocarose
- Toxoplasmose
- Trichinellose
- Vlekziekte