Bijgeloof

De namen van de maanden en de dagen komen uit de tijd van de Romeinen en zijn verbonden met goden, rituelen en geloof (die we in onze moderne tijd en christelijk geloof ‘bijgeloof’ noemen. 

De namen van de maanden:
Januari was gewijd aan de god Janus met de twee aangezichten.
Februari was gewijd aan de god Februus, dat de reinigende betekent. Het is de bijnaam van de god van de onderwereld Pluton.
Maart is de oorlogsgod Mars
April werd niet aan een god gewijd omdat men deze maand beschouwde als de tijd waarop de aarde zich voor een nieuwe vruchtbaarheid opende. De naam april is afgeleid van Aprilis (aperire), dat Latijns is voor openen.
Mei is gewijd aan Moeder Aarde, Maja, de gemalin van Vulcanus.
Juni is gewijd aan Juno, de gemalin van Jupiter.
Juli is gewijd aan Julius Cesar, die in deze maand geboren werd.
Augustus is gewijd aan keizer Augustus. 
September is de voor de Romeinen de zevende maand (septem is Latijn voor zeven). De maanden september, oktober, november en december zijn respectievelijk de zevende, achtste, negende en tiende maand, omdat voor de Romeinen het jaar met maart begon. 

De namen van de dagen van de week komen van de goden van de zon, de maan en de in de oudheid bekende planeten. De dagen komen overeen met de vertaling vanuit het Frans, maar de Germanen hadden voor hun bekering tot het christendom vervangen door de namen van hun eigen goden. Mars werd vervangen door de oorlogsgod Tyr (of Thincsus), Mercurius door Wodan, Jupiter door Thor of Donar en Venus door de godin der liefde Freya. Vandaar dat we in het Nederlands een andere benaming van de dagen van de week zien. 

Zondag: de dag van de zon, Sol. De zondag is de Dies Dominica, in het Frans dimanche, in het Italiaans domenica en in het Portugees domingo. De zondag is de dag des Heren. Christus is de zon, het ware licht. De zondag is een geluksdag en daarom geloofde men ook dat wie er op zondag geboren is, verzekerd kan zijn van een zegenrijk leven. Een zondagskind kon volgens de oude gewoonten, geesten en toekomstige gebeurtenissen zien. Op zondag werd geen werk verricht. Voor de Arabieren is zondag een ongeluksdag omdat Mohammed op een zondag is gestorven.
Maandag: de dag van de maan, Luna (in het frans Lundi), de dies lunae. In de oudheid werd aangeraden om geen belangrijk werk op deze dag aan te vatten. De Romeinen en de Germanen beschouwden de dagen na feestdagen als ongeluksdagen. Vandaar dat de maandag (de dag na de zondag) niet gebruikt werd om nieuwe arbeid te verrichten. Boeren begonnen met zaaien en oogsten op een zaterdag en konden daardoor maandag gewoon doorzetten met het oude werk. Vissers voeren pas op dinsdag uit naar zee. Maandag werd ook niet gebruikt om te verloven of te trouwen. Iets uitlenen doe je ook niet op maandag want dan wist je al bij voorbaat dat je het nooit meer terug zou krijgen. Zelfs een nieuwe maand die op maandag begon betekende problemen zoals slecht weer, storm en regen; en als het jaar op een maandag begon dan was dat een ongeluksjaar. 
Dinsdag: de dag van Mars (in het frans Mardi). Dinsdag is de dag van de Germaanse god Ziu of Tyr, in het Latijn Mars. Hij was de god van het zwaard en de rechtspraak. Dinsdag is de dag waarop veldslagen en oorlogen geleverd werden. De dinsdag is de dag waarop je met belangrijke zaken kon beginnen. 
Woensdag: de dag van Mercurius. De dies mercurii, in het in het Frans Mercredi, Italiaans mercoledi, en in het Spaans miercoles. De woensdag gold ook eigenlijk als een ongeluksdag. Dit is de dag van Wodan, de god van wind en storm. Het was de dag voor de heksen en andere boze figuren. 
Donderdag: de dag van Jupiter. Donderdag is de dies Jovis, in het frans jeudi. De dag van de Germaanse god van de donder, Donar en van de Romeinse god Jupiter. Kinderen die op donderdag werden geboren kunnen verzekerd zijn van een gelukkig leven.  Het is de dag waarop beslissingen genomen konden worden. De dag waarop men in het huwelijk kon treden. Toch werd er ook veel onheil aan de donderdag toegeschreven. Een kind die op donderdag ziek werd, zou nooit meer gezond worden. Op donderdag mocht het haar niet gekamd worden en ook mocht er geen serviesgoed worden schoongemaakt. 
Vrijdag: de dag van venus en de dag die gelijkgesteld is met de Germaanse godin Freya. De vrijdag is de dies Veneris, in het Frans vendredi en in het Spaans Viernes. Vrijdag is ook een ongeluksdag en vooral als die dag op het ongeluksgetal viel. Vrijdag de dertiende! Dat is dan echt pech hebben als je op die dag geboren bent. Aan de andere kant werd vrijdag wel gezien als de gelukkigste dag om te trouwen en geluk zou op die dag zijn als je een lot kocht in de loterij. Op vrijdag moest je nagels en haren knippen want dan groeiden die weer mooi en gezond aan. Op vrijdag mocht men geen was doen want dat voorspelde overstroming. Brood bakken op vrijdag mocht evenmin want dat zou gebrek veroorzaken. Als je op vrijdag fruit plukte zou de boom onvruchtbaar worden. 
Zaterdag: de dag van Saturnus. Zaterdag is de dies Saturni, de dag van de god van de landbouw. Zaterdag is de dag waarop alles gereinigd werd. Ook de mensen. Het hele gezin ging in bad. De zaterdag is de dag waarop –zoals ik al eerder vermeldde- werkzaamheden begonnen die voortgezet werden op maandag, want op zaterdag kon je met het ‘nieuwe’ beginnen. 

Gelukkig zijn maandag tot en met vrijdag tegenwoordig allemaal normale werkdagen en zaterdag en zondag gewoon weekenddagen. Alles kan tegenwoordig mis of juist goed gaan op elk willekeurige dag. Voor de zekerheid luisteren of lezen de bijgelovigen toch even de horoscoop van de dag. Hoe je het keert of draait, ons leven is en wordt bepaald door veel soorten bijgeloof. Gelukkig zijn we ons niet echt bewust van alles wat te maken heeft met bijgeloof en realiseren we ons niet dat we toch veel hebben overgenomen uit het bijgeloof, zoals onze dagen en maanden.