De goede en hele slechte gevolgen van de uitvinding van plastic
Het leven is niet meer hetzelfde sinds de uitvinding van plastic. Plastic heeft zeker en zonder enige twijfel veel verandering gebracht. Goed en slecht, zelfs heel slecht! De uitvinder van plastic heeft nooit kunnen inschatten hoezeer hij de wereld heeft veranderd. Misschien is het nu hoog tijd om hier even bij stil te staan en je af te vragen ‘wat gaat het worden als we nu niet met z’n allen de feiten onder ogen zien en de juiste maatregelen treffen voor onze (klein)kinderen.
Alexander Parkes (29 december 1813 – 29 juni 1890) was een metallurg en uitvinder uit het Engelse Birmingham. Hij is de uitvinder van parkesine, de eerste vorm van een door de mens ontwikkeld plastic.
In 1856 ontwikkelde hij parkesine, de eerste thermoplast, een celluloid gebaseerd op nitrocellulose opgelost in ethanol. De resulterende stroperige vloeistof heet collodium. Na verdamping van het oplosmiddel ontstaat celluloid, de kunststof waar onder andere tafeltennisballen en filmmateriaal van werden gemaakt. Dit materiaal, voor het eerst gepresenteerd op de Wereldtentoonstelling van 1862 in Londen, anticipeerde op de vele moderne esthetische en praktische toepassingen van plastics. In 1866 richtte hij in Hackney Wick in Londen de Parkesine Company op voor massaproductie van het materiaal tegen lage kostprijs, ruim lager dan natuurrubber.
Het bedrijf was echter geen succes en werd weer gesloten in 1868, enerzijds omdat de richtprijs van een shilling per pound niet haalbaar was, anderzijds vanwege de extreme brandbaarheid en bovendien omdat het materiaal chemisch niet erg stabiel was. Desondanks had Parkes het fundament gelegd waarop anderen met succes de verdere ontwikkeling van celluloid konden voortzetten. Een van hen was zijn compagnon Daniel Spill die het materiaal van Parkes verbeterde onder de naam xyloniet. Spill voerde later een proces wegens schending van de patentrechten tegen John Wesley Hyatt, die in de Verenigde Staten een eigen celluloid had ontwikkeld. Het proces was geen succes, in 1870 besliste de rechtbank echter wel dat de uitvinding van celluloid, mede door de originele experimenten van Parkes, alleen aan hem kon worden toegewezen.
Parkes was een vruchtbaar uitvinder, hij verwierf meer dan tachtig patenten, de meeste gerelateerd aan metallurgie.
Kunststoffen
Plastic is een groepsnaam afkomstig uit het Engels. Het woord wordt ook in de Nederlandse taal veel en in ruime zin gebruikt als alternatief voor ‘kunststoffen’.
Kunststoffen zijn kunstmatig samengesteld. Dit wil dus zeggen dat deze stoffen geen natuurproducten maar industriële producten zijn, gemaakt door de mens. Het zijn synthetische stoffen die zijn opgebouwd met behulp van chemische processen.
Hoewel men vaak denkt dat plastic en kunststof hetzelfde is, is dit niet altijd zo. Plastic is eigenlijk alleen een kunststof waarvan door plastische vormgeving (verhitting in een vorm onder druk) een voorwerp kan worden gemaakt. Men spreekt dan van een thermoplast. Lang niet alle kunststoffen vallen daaronder. Daarom is de naam plastic niet echt een geschikt alternatief voor de naam kunststof.
De voordelen van plastic zijn:
- Licht in gewicht
- Sterk en redelijk duurzaam
- Slijtvast
- Redelijk trillingvrij
- In alle kleuren leverbaar
- Goed ten opzichte van de alternatieven
- Isolatoren van warmte en elektriciteit
- Gemakkelijk te vervormen en bewerken
De nadelen van plastic zijn:
- Om plastic te maken is veel energie nodig.
- Plastic rot niet en blijft dus liggen. Sommige onderzoekers berekenden dat het 1.000 jaar duurt voor plastic vergaat.
- Plastic is moeilijk om te recyclen. Het meeste plastic kan je dus maar één keer gebruiken. Enkel PET-flessen van frisdrank kan je recyclen als je ze in de PMD-zak (PMD = plasticverpakkingen, metaalverpakkingen en drankverpakkingen) stopt. Maar ander plastic moet je bij het restafval doen. Dat wordt verbrand met ander grof vuil en daarbij komen er veel schadelijke stoffen vrij.
- Plastic vervuilt water. Dat is schadelijk voor de vissen en grote zeezoogdieren die erin leven.
Vandaag
Vandaag, ruim 160 jaar na de uitvinding van plastic, hebben we verschillende ernstige problemen met plastic. Behalve BPA en vervuiling van de natuur is er een immens grote vervuiling op zee. Op de Noord-Pacifische Oceaan drijft er een hoeveelheid plastic, de Great Pacific Garbage Patch genaamd, dat een gebied beslaat dat tweemaal groter is dan Texas.
Deze grote hoeveelheid plastic strekt zich uit over honderden kilometers van de westkust van Noord-Amerika tot Japan, bestaat uit de Eastern Garbage Patch, nabij Japan, en de Western Garbage Patch, gelegen tussen Hawaï en Californië. Met andere woorden, het is absoluut kolossaal. Het is een van de meest angstaanjagende voorbeelden van hoeveel menselijke activiteit de planeet schendt.
Oceanografen en ecologen ontdekten onlangs dat ongeveer 70 procent van het zeepuin feitelijk naar de bodem van de oceaan zinkt, dus wat we wel weten en zien over de hoeveelheid afval in de oceaan is waarschijnlijk slechts het topje van de ijsberg.
Scheepsafval
We beginnen nu pas de ware schaal te begrijpen van hoeveel de planeet lijdt als gevolg van scheepsafval. De inhoud van de Great Pacific Garbage Patch is beschreven als een giftige ‘plastic soep’ waarvoor we alle ingrediënten hebben verstrekt. Naarmate nieuw onderzoek de plastic brokstukken aan het uitsterven van zeesoorten koppelt, worden de gevolgen van ons afval duidelijk steeds verwoestender. Maar voordat we verder in dit horrorverhaal duiken, moeten we eerst begrijpen hoe we dit monster in de eerste plaats hebben geschapen.
Volgens National Geographic is ongeveer 80 procent van het puin in de Great Pacific Garbage Patch afkomstig van activiteiten op het vasteland in Noord-Amerika en Azië en de andere 20 procent komt van boten, offshore olieplatforms en grote vrachtschepen. Het grootste deel van deze 20 procent, ongeveer 705.000 ton, is visnet.
Plastic werd in eerste instantie in massa geproduceerd in de jaren 1940 en in 1957 verscheen de plastic zak voor eenmalig gebruik voor het eerst in de Verenigde Staten, met water in plastic flessen dat pas halverwege de jaren tachtig de massamarkt betrad. Het lijkt er dus op dat we in slechts een halve eeuw zijn geslaagd om de Great Pacific Garbage Patch te creëren. Maar dat is niet het ergste. Geschat wordt dat tegen het jaar 2050 de jaarlijkse productie van plastic verviervoudigd zal zijn tot een verontrustende honderd miljoen ton.