Select Page

Zit ie al…. Staat ie al?

Zit ie al…. Staat ie al?

Het eerste levensjaar van een kind kunnen veel ouders niet wachten tot de baby zit, staat en loopt. Ook is het datgene waar een ieder naar vraagt. Blijkbaar zijn het zitten, staan en lopen belangrijke pijlers waarmee gemeten wordt of de baby zich goed en vooral ook snel ontwikkelt. In het eerste levensjaar zijn er belangrijke fasen in de ontwikkeling van een kind, zoals omrollen, een actieve buikligging, kruipen, het gaan zitten en staan. Deze fasen zijn van essentieel belang voor de verdere motorische ontwikkeling. Het is dus belangrijk dat een kind al deze fasen doorloopt en in de meest ideale situatie er geen van deze fasen wordt overgeslagen.

Het beste moment om met de baby te gaan zitten is als de baby zelfstandig in staat is om vanuit een andere houding, bijvoorbeeld buikligging, te gaan zitten. Dan heeft de baby namelijk genoeg kracht en balans om goed recht te zitten, te blijven zitten en weer zelf weg te kunnen gaan. Gemiddeld is het rond de 8 maanden dat een baby zelf kan gaan zitten. In die fase gaat een baby vaak even zelf zitten om uit te rusten, rond te kijken of om ook even met een speeltje te spelen. Actieve baby’s hebben het vaak veel te druk met rondkruipen en hun omgeving verkennen om te gaan zitten!

Interpretatie

De baby te vroeg laten zitten is niet goed! Dit geldt hetzelfde voor de baby met kussens op de bank laten zitten, te lang rechtop op schoot houden of te lang in babystoeltjes laten zitten. Vaak hoor je mensen zeggen dat de baby van 4 maanden zelf al wil zitten. Dat is de interpretatie die de ouders en/of verzorgers er vaak aan geven als de baby in rugligging of half liggend het hoofdje gaat heffen. Dit is een teken dat de baby meer wil zien en heeft vaak tot gevolg dat de baby zich zal gaan omrollen van de rug naar de buik. In de buikligging kan een baby alles veel beter zien en dan is het begin van de voortbeweging (rollen, kruipen) ingezet. Ga je de baby vanaf dat moment neerzetten dan onderbreek je een belangrijke stap in de motorische ontwikkeling en maak je ook de baby een stuk afhankelijker van jou.

Angstig 

Voor 8 maanden zijn de rug-, buik- en nekspieren van de baby vaak nog niet sterk genoeg. Hierdoor ontstaat er al op een vroege leeftijd een (overbodige) overbelasting van de wervelkolom. Dit kan als gevolg hebben dat er een scoliose (scheve rug) ontstaat. Het kind zakt dan naar een kant, omdat de spieren van de romp nog niet sterk genoeg zijn om de rug recht te houden terwijl het zit. Of het kind kan een te bolle rug ontwikkelen, omdat de rug- en buikspieren nog niet sterk genoeg zijn om een goede actieve, rechte houding tegen de zwaartekracht in te nemen. Ook kan er een scheefstand van het hoofd ontstaan omdat de nekspieren nog niet sterk genoeg zijn om het hoofd actief rechtop in de middenpositie te houden. Daardoor ‘valt’ het hoofd als het ware naar één kant. Een scheefstand van het hoofd werkt uiteindelijk weer door op de rest van het lichaam, wat een nadelige invloed heeft op de verdere motorische ontwikkeling van het kind. Op het moment dat de spieren van de rug en buik nog niet sterk genoeg zijn is er ook sprake van een onvoldoende zitbalans.

De baby kan dan gemakkelijk omvallen, opzij vallen maar ook naar achteren op het hoofd. Dit zijn negatieve ervaringen voor de baby en niet zelden wordt de baby angstig. Na zo een nare ervaring wordt het kind dan vaak gespannen en stijf of wil juist helemaal niet meer zitten.

Ontwikkeling 

Als de baby nog te jong is om te zitten zijn ook de opvangreacties van de armen nog niet adequaat ontwikkeld. De baby kan zich dan nog niet voldoende opvangen als de balans verstoord raakt, valt dus om en ook dit gebeurt vaak op het hoofd.

Verder worden baby’s die te vroeg zitten lui, want ze kunnen in zit (zoals vaak gebeurt op de bank ondersteund met een kussen in de rug) heel makkelijk alles zien en observeren. Het is echter een hele passieve houding voor een baby, want in het eerste jaar moeten (en willen) ze juist zelf veel gaan ontdekken als ze iets zien. Dat is de reden dat een kind zich zal gaan voortbewegen. Een kind te vroeg laten zitten zorgt er voor dat stappen zoals omrollen en het verder ontwikkelen van een goede buikligging sneller mis zullen gaan. Als de baby eraan gewend raakt om steeds maar neergezet te worden en ook zelf niet in die positie kan komen, maak je de baby enorm afhankelijk. Tevens remt de normale ontwikkeling, met name die in de buikligging. Dat vindt de baby dan al snel veel te vermoeiend! De baby leert dan eerder te gaan huilen om weer lekker makkelijk in zit gezet te worden, maar zal zo niet sterker worden!

Zelf gaan zitten

Dus geef de baby de kans om zichzelf (in zijn eigen tempo) te ontwikkelen en juist ook zoveel mogelijk zelfstandig zijn omgeving te gaan ontdekken. Door om te rollen en vanuit buikligging naar kruiphouding en zit te gaan, ontwikkelen de rug-, buik-, nek- en schouderspieren zich voldoende, waardoor de opvangreacties en spierkracht verbeteren zoals we dat verwachten volgens een normale ontwikkeling. Zo kan de baby zich uiteindelijk goed opvangen als hij zelf gaat zitten.  De baby kan zelf gaan zitten vanuit rugligging naar de zijzit en/of zijligging of vanuit de buikligging via de kruiphouding tot zit. Het positieve van deze ontwikkeling is dat de baby gelijk al goed de armen weet te gebruiken om dat voor elkaar te krijgen. Deze zijn immers de beschermers van het omvallen. En de rug -buik en nekspieren worden hierdoor ook gelijk getraind. 

Verantwoord 

Voor het verantwoord vervoeren, dragen en voeden is een goede ondersteunde zitvoorziening voor de baby belangrijk. Vanaf 4-5 maanden is het ook geen probleem om voor de eerste hapjes de baby in een goede ondersteunende babystoel te zetten. Ongeveer 20-30 minuten kan als acceptabel aangehouden worden om een baby ergens in te laten zitten. 

Op schoot: Tot 2-3 maanden kan je de baby op schoot het beste zoveel mogelijk goed ondersteund tegen je aan houden liefst liggend en half liggend zowel op de buik als op de rug. Voor op schoot en voor borst- en flesvoeding is er ook een speciaal voedingkussen verkrijgbaar. Dit maakt het voor zowel de baby als de verzorger heel comfortabel.

Maxi cosi: De eerste maanden is een maxi cosi een goede voorziening die puur bedoeld is om de baby in te vervoeren. Het is niet de bedoeling de baby hier lang in te laten zitten. Voor de eerste maanden zit er al vaak een rolletje bij dat het hoofdje moet ondersteunen in de middenpositie. Let tevens op de romp dat de baby daar ook recht ligt. Zo nodig kan je extra rolletjes aanbrengen voor extra ondersteuning, hierbij steeds de veiligheid van de baby in de gaten houden en alleen steeds onder supervisie in de zitvoorziening laten zitten. Zet ook zeker de baby er goed in vast en zet in de auto de maxi cosi goed vast in de veiligheidsriem!

Wipstoeltje: Een wipstoeltje kan fijn zijn om vanaf 3 maanden te gebruiken voor het geven van de fles, later de eerste hapjes, een rustig speelmomentje of om de baby ergens even bij te hebben. Tevens is het niet nodig om het stoeltje te laten wippen, dit heeft geen positieve bijdrage voor de ontwikkeling.

Cushi Tush of Bumbo: Deze beide stoeltjes zijn geschikt voor baby’s die nog niet zelf kunnen zitten en geven een relatief goede ondersteuning voor de rug en zijn zodoende ideaal voor de eerste hapjes. Geschikt zolang de baby dit volhoudt en maximaal 20-30 minuten.

Tripp Trapp: Een Tripp Trapp stoel is een echte kinderstoel en goed te gebruiken vanaf 6 maanden. Voordeel is dat deze aan de eettafel past en gebruikt kan worden tot zeker 7 jaar (goed aan tafel zitten is voor 2 tot 5 jarige kinderen best lastig en bij deze stoel is er de mogelijkheid om het zit- en voetengedeelte aan te passen). Echt een goede investering!

Conclusie 

Te vroeg zitten is niet goed voor een baby, maar wel voor de kinderfysiotherapeut! Door de disbalans en asymmetrische houding die een baby kan ontwikkelen door te vroeg zitten kan een voorkeurshouding ontstaan, een scoliose of een scheve stand van het hoofd. Deze hebben allemaal een nadelige invloed op de verdere ontwikkeling van uw kind en dit zijn vaak een hele hardnekkige klachten die steeds weer bij nieuwe ontwikkelingsmijlpalen terugkomen.
Om dit weer te verhelpen is vaak een langdurig traject van kinderfysiotherapie nodig bestaande uit intensieve houdings-, positionerings- en hanteringsadviezen. Laat de baby niet meer en langer zitten dan noodzakelijk is. En bekijk bij de tijdelijke zitvoorzieningen steeds kritisch of de baby nog goed recht zit!

Loading

About The Author

Generic selectors
Exact matches only
Search in title
Search in content
Post Type Selectors
Filter by Categories
Gezond Bewegen
Gezond Denken
Gezond Eten
Gezond Leven
News

Abonneer