Loondoorbetaling
Wellicht heeft u meegemaakt dat de werkgever een bepaald bedrag van uw salaris/loon niet heeft betaald omdat u niet bent verschenen of omdat u arbeidsongeschikt bent. Is dit wettelijk toegestaan of is de werkgever altijd verplicht om loon door te betalen. Dient de werkgever altijd 100procent loon door te betalen?
De werkgever is geen loon verschuldigd als er geen arbeid wordt verricht. Dat is de regel ‘no work, no pay’ en staat vermeld in artikel 7A:1614b van het BW van Curaçao. Toch is er een uitzondering op de ‘geen arbeid, geen loon’-regel: In de wet worden limitatief opgesomd de redenen op grond waarvan de werknemer doorbetaling dient te verkrijgen door de werkgever terwijl de werknemer niet op het werk is verschenen. Daarnaast is het zo dat er tussen werknemer en werkgever andere redenen kunnen zijn overeengekomen in (a) de arbeidsovereenkomst, (b) een personeelsreglement dat voldoet aan de voorwaarden van de wet en/of (c) een CAO waardoor bij niet verschijnen op het werk er geen doorbetaling plaatsvindt.
Doorbetaling
In artikel 7A:1614c, 1614ca,1614d van het BW van Curaçao en Vakantieregeling 1949 staat opgesomd wanneer bij het niet verschijnen van een werknemer op het werk er doorbetaling dient plaats te vinden.
Het betreft de navolgende gevallen:
bij arbeidsongeschiktheid ingeval van ziekte of ongeval;
tijdens de vervulling van een wettelijke plicht die niet in zijn vrije tijd kan worden verricht (hieronder is te verstaan het stemrecht uitoefenen);
bij zeer bijzondere omstandigheden, buiten zijn schuld ontstane omstandigheden;
voor periodes gedurende welke de werknemer bereid was te werken maar de werkgever daarvan geen gebruik heeft gemaakt (1614d BW);
bij het opnemen van vakantiedagen (Vakantieregeling 1949);
tijdens bijzonder verlof (1614ca BW);
Hieronder zal ik slechts 1 van deze uitzonderingen bespreken.
Ziekte
Artikel 1614c BW van Curaçao bepaalt het volgende: Evenwel behoudt de arbeider zijn aanspraak op het naar tijdsruimte vastgestelde loon voor een betrekkelijk korte tijd wanneer hij ten gevolge van ziekte of ongeval verhinderd is geweest om arbeid te verrichten.
Uit de wet valt op te maken dat het salaris voor 100 procent uitbetaald dient te worden gedurende ‘betrekkelijk korte tijd’. De rechtspraak geeft niet duidelijk aan wat onder ‘betrekkelijke korte tijd’ verstaan moet worden, waardoor er ook geen vaste periode is dat de werknemer volledig loon doorbetaald dient te krijgen.
Over welke periode de werkgever het loon moet doorbetalen hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. Rekening moet worden gehouden met o.a.: (1) de duur van het dienstverband, (2) de leeftijd van de werknemer en (3) de gezinssituatie van de werknemer. Uiteraard is dit geen limitatieve opsomming, zodat ook andere omstandigheden een rol kunnen spelen. Bij het bekijken van de rechtspraak is gebleken dat deze periode kan aldus variëren tussen de 4 weken en 3 maanden. Uiteraard zijn er ook gevallen bekend waarbij de rechter doorbetalen heeft bevolen over een periode langer dan 3 maanden.
Artikel 1614d BW geeft de mogelijkheid om rechtsgeldig van artikel 1614c BW lid 1 af te wijken. Dit houdt dus in dat de werkgever bij schriftelijke aangegane arbeidsovereenkomst, of bij personeelsreglement, of bij CAO een nadere invulling kan geven aan wat onder betrekkelijke korte tijd verstaan dient te worden en aldus een periode kan worden aangegeven tot wanneer 100 procent loondoorbetaling zal plaatsvinden of hiervan afgeweken kan worden. Een periode die vaak dan in de CAO wordt overeengekomen is meestal twee jaar. Uiteraard is een werkgever niet verplicht om te bepalen dat zij twee jaar 100 procent loon doorbetaalt. De werkgever kan veel minder bepalen. Daarnaast is het ook mogelijk dat de werkgever schriftelijk in een van de vormen zoals hierboven reeds is aangegeven slechts 80 procent loon uitbetaald.
Helaas komt het in de praktijk vaak voor dat vele werkgevers van deze bepaling (art 1614c lid 1 BW) afwijken door bijvoorbeeld 80 procent uit te betalen aan de werknemers terwijl zij niets hebben geregeld bij schriftelijke aangegane overeenkomst of bij reglement/CAO. De werkgevers geven dan als argument vaak aan dat dit het bedrag is dat de werkgever zal ontvangen van de Sociale Verzekeringsbank op grond van de Landsverordening Ziekteverzekering.
Arbeidsongeschikt
In ieder geval is het zo dat mocht een werkgever wensen af te wijken bij schriftelijke aangegane overeenkomst of reglement of CAO ingeval van ziekte van artikel 1614c BW, dan dient de werkgever de ondergrens van 80 procent van het dagloon te hanteren bij werknemers die verzekerd zijn conform de Landsverordening Ziekteverzekering, daar dit het bedrag (ziekengeld genaamd) is dat de Sociale Verzekering uitbetaalt aan de werkgever ingeval van ziekte.
De Landsverordening Ziekteverzekering (artikel 5) bepaalt dat de werknemer die als gevolg van ziekte arbeidsongeschikt is, recht heeft op ziekengeld met ingang van de derde dag van ziekmelding. Niettemin wordt over de dag van ziekmelding en twee daarop volgende dagen ziekengeld uitgekeerd, indien naar het oordeel van de behandelende geneeskundige de ziekte opneming in ziekenhuis noodzakelijk maakt. Het ziekengeld wordt over bedoelde drie dagen eveneens uitgekeerd, indien de duur van ziekte tengevolge van dezelfde ziekteoorzaak langer dan drie dagen bedraagt, ook wanneer geen opname in het ziekenhuis noodzakelijk is geweest. Terzake van eenzelfde ziekteoorzaak vervalt het recht op ziekengeld twee jaar na de eerste ziektedag. Dit laatste wordt ook zeer streng toegepast door de Sociale Verzekeringsbank. De rechtspraak geeft duidelijk aan dat als de werknemer slechts voor een bepaalde periode arbeidsongeschikt is geweest wegens een bepaalde ziekteoorzaak (dus minder dan 2 jaar) 2 jaar na eerste ziektedag vervalt dit recht op ziekengeld.
Arbeidsgeschikt
De eerste zinsnede van artikel 5 van Landsverordening Ziekteverzekering geeft duidelijk aan dat de werknemer recht heeft op ziekengeld met ingang van de derde dag van ziekmelding. Het voornoemde houdt dus in dat als de werknemer maar twee dagen arbeidsongeschikt is wegens ziekte dan zou de werknemer niet verplicht zijn om zich te vervoegen bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en dan zou de werkgever hiervoor geen ziekengeld uitgekeerd krijgen. Eveneens is het zo dat als de werknemer op de derde dag dat hij arbeidsongeschikt is naar de SVB gaat- aangezien hij verplicht is om zich op de derde dag te vervoegen bij de SVB en hij wordt door de SVB dezelfde dag arbeidsgeschikt verklaard dan zou de werkgever geen ziekengeld ontvangen van de SVB. Wel is het zo dat de werkgever wel ziekengeld van de SVB krijgt als hij langer dan drie dagen arbeidsongeschikt wordt verklaard.
Het feit dat de werkgever geen ziekengeld van de SVB ontvangt zoals hierboven genoemd is uiteraard geen reden om de werknemer niet uit te betalen voor de dagen waarvoor SVB geen betaling heeft gedaan.
Uiteraard komt het wel voor dat bepaalde werknemers keer op keer twee dagen arbeidsongeschikt zijn. Wenst de werknemer geen loon uit te betalen voor die dagen dan dient de werkgever dit schriftelijk overeen te komen of te vermelden zoals hierboven is aangegeven.
Conclusie
Resumerend kan worden vermeld dat als de werkgever niet voldoet aan de bepalingen van de wet en de werknemer conform de wet of hetgeen schriftelijk is bepaald door de werkgever conform het personeelsreglement of de CAO zoals hierboven vermeld of zoals schriftelijk is overeengekomen dan is de werknemer gerechtigd om loondoorbetalingsprocedure te vorderen met als consequentie dat de werkgever naast de veroordeling door de rechter van voornoemde loon tevens een veroordeling riskeert van de wettelijke vertragingsrente (verhoging) conform artikel 1614 q BW van Curaçao tot een maximum van 50 procent en een wettelijke rente vanaf het moment dat de betaling plaats had moeten vinden.
Voor meer informatie: Mr Melanie Fowler-Davelaar
Tel.: 465-2417 / 841-2417 / 738-1168
Email: melanie@aquaterrainvestment.com
ADVOKATENKANTOOR ROQUE KOEIJERS
Mevrouw mr Melanie Fowler-Davelaar is in 1996 afgestudeerd in Nederlands en Notarieel recht en heeft haar ervaringen opgedaan in het Notariaat, bij de Sociale Verzekeringsbank en als advocaat. Daarnaast heeft ze ook als docent gefungeerd bij o.a. University of Curaçao dr. Moises Da Costa Gomez en ABC opleiding & Training.