Selecteer Pagina

Voorkeurshouding bij baby’s

Voorkeurshouding bij baby’s

Door: Nicole Merkx

Als een baby met het hoofdje meer naar een kant ligt kan het een voorkeurshouding ontwikkelen. Sinds midden jaren negentig is het advies om zuigelingen op hun rug te laten slapen vanwege de preventie tegen het wiegendoodrisico. Sinds die tijd komt wiegendood drastisch minder voor, maar zijn er meer baby’s die een voorkeurshouding ontwikkelen met als gevolg daarvan ‘plagiocephalie’, afplatting van de schedel. 

Een voorkeurshouding ontwikkelt zich vaak in de eerste weken omdat zuigelingen in rugligging met hun hoofdje eerder naar de zijkant, naar links of rechts draaien of vallen. De nekspieren zijn nog niet sterk genoeg en de ontwikkeling is niet ver genoeg om het hoofd goed in de middenlijn vast te houden. Als in de omgeving en de verzorging de baby meer van een kant wordt gestimuleerd, ontwikkelt zich al snel een voorkeurshouding waarbij het hoofd meer een kant op ligt dan de andere.

Ontstaan

Veel baby’s hebben al vanuit de baarmoeder een voorkeurskant ontwikkeld. Andere oorzaken kunnen zijn: stuitligging, vroeggeboorte, afwijkende schedelvorm, een grote of juist een hele kleine baby. Het komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes en de voorkeurskant is vaker rechts dan links. Bij de geboorte is de voorkeurshouding soms nog heel minimaal, maar als dan de eerste weken er ook met slapen, verschonen, verzorgen, dragen en tillen meer een kant wordt gestimuleerd dan de andere dan kan deze zich makkelijk ontwikkelen en versterkt worden. 

Gevolgen

Tijdens de eerste levensmaanden is de schedel van de baby nog dun en week en zijn nog niet alle schedelnaden gesloten, hierdoor kan de schedel makkelijk vervormen en zelfs scheef groeien. Doordat de baby meer (gemiddeld 75 procent) met het hoofd naar een kant ligt kan het een afplatting ontwikkelen aan de achter/zijkant van het hoofd en door deze asymmetrische ‘druk’ ook in het aangezicht een asymmetrie ontwikkelen en een verschuiving van de oorpositie ontstaan, waarbij het ene oor meer naar voren staat en het andere oor meer naar achteren. Of wat minder vaak voorkomt een brachycefale, waarbij het achterhoofd breed en plat is. Dit komt vaak voor bij baby’s die veel tijd in rugligging doorbrengen. 

Cosmetisch 

Grotendeels zijn dat allemaal cosmetische gevolgen, het ziet er niet zo mooi uit. Een ernstige voorkeurshouding heeft echter ook gevolgen voor de verdere ontwikkeling. De groei kan zich hierdoor asymmetrisch gaan ontwikkelen, namelijk doordat de baby meer een kant op kijkt zullen ook de romp, heupen en benen ongelijk belast worden, deze liggen dan ook asymmetrisch. De motorische en zintuigelijke ontwikkeling worden ook hierdoor beïnvloed, immers de baby zal bijvoorbeeld veel meer zijn voorkeurshandje zien, die eerder ontdekken, daar meer mee gaan spelen en grijpen en zodoende zal deze veel meer gestimuleerd worden en zich ontwikkelen. Vervolgens kunnen ook de bewegingen (omrollen, naar zit komen) zich asymmetrisch ontwikkelen. Kortom een voorkeurshouding is behalve dat een scheef hoofdje kan ontstaan niet mooi, maar verder niet wenselijk en daarom belangrijk de voorkeurshouding in een vroeg stadium te voorkomen. Een belangrijk feit is dat dit niet samenhangt met links-of rechtshandigheid van de vader of moeder en er is ook geen relatie met borst-of flesvoeding.

Te vroeg zitten

Een andere voorkeurshouding kan zich ontwikkelen als kinderen te vroeg gaan zitten. Ze hebben dan nog te weinig kracht in hun rug, nek en schouders en daardoor onvoldoende hoofd balans waardoor het hoofd eerder naar een kant zal gaan hangen, namelijk zijwaarts. Het is moeilijk te verhelpen als de baby zit met een scheef hoofdje, maar het is gemakkelijk te voorkomen, namelijk niet te vroeg gaan zitten met de baby. Eigenlijk is de beste regel om de baby pas te laten zitten als deze zelf kan gaan zitten of voldoende hoofdbalans heeft of vanaf zes maanden). Voedingsmomenten vanaf vier/vijf maanden in een goede ondersteunde kinderstoel van vijf tot tien minuten zijn natuurlijk geen probleem.

Voorkomen

Het beste is het om de voorkeurshouding te voorkomen, zodat er geen afplatting ontstaat want daardoor rolt het hoofdje automatisch naar een kant en wordt het hardnekkiger om het tegen te gaan.
Belangrijk is zoveel mogelijk de houding te wisselen, zodat de baby zowel van de linkerkant als de rechterkant prikkels krijgt en gestimuleerd wordt. Dit kan betekenen dat je de baby afwisselend rechtsom of linksom in bed legt en op het aankleedkussen, in de box, op schoot en tijdens flesvoeding.
In bed kan je de baby in rugligging met het hoofd naar het hoofdeinde of het voeteneinde leggen. Vaak oriënteert de baby zich of naar de kant waar de ouder of verzorger komt of juist naar het licht of naar iets kleurrijks. Een wisselligging stimuleert de baby en biedt variatie. Het gebruik van rolletjes, wigjes, kussentjes of stabilisatoren wordt afgeraden uit veiligheid. Een wisselligging van zijligging wordt ook afgeraden, aangezien deze houding voor jonge baby’s geen stabiele uitgangshouding is en de baby kan vanuit die positie makkelijk naar de buik rollen, wat niet wenselijk is.

Tummy time

Dat het veilig is de baby in rugligging te laten slapen betekent niet dat buikligging niet meer mag of goed is. Juist de buikligging is belangrijk regelmatig en in de eerste maanden onder supervisie langzaam op te bouwen. Vooral vaak even kort de buikligging en steeds iets langer is het recept. Actieve baby’s liggen graag op de buik en van daaruit kan veel meer worden waargenomen.
Vanuit de buikligging ontwikkelt zich ook de voortbeweging, zoals tijgeren en kruipen en het kunnen gaan zitten. Buikligging is ook een belangrijke voorbereiding voor het gaan staan en lopen. In buikligging ontwikkelt de baby namelijk juist de spieren in de rug, nek, schouders en armen en oefent de opvang reacties met de armen. Want het is met staan en leren lopen vallen met opvangen met de armen en opstaan.

 

Doorverwijzen

Het consultatiebureau heeft als richtlijn bij voorkeurshoudingen eerst preventieve maatregelen te nemen (adviezen en folder) waarmee de ouders en/of verzorgers zelf aan de slag kunnen gaan. AIs er met drie maanden nog te weinig resultaat is, dan is een doorverwijzing naar de kinderfysiotherapeut gebruikelijk. De kinderfysiotherapeut zal middels observatie en diagnostiek vaststellen wat de ernst van de voorkeurshouding is en of er een onderliggende oorzaak is anders dan alleen een spontaan ontstane ‘gewoonte houding’. Er kan onder andere sprake zijn van spierspanning verschil tussen links en rechts, een verkorting van spieren in de nek of een orthopedische probleem, bijvoorbeeld een mobiliteit verandering. De kinderfysiotherapeut kan indien nodig een meting doen van de schedel om de ernst van de afplatting te bepalen, de zogenoemde ‘plagiocephalometrie’. Deze werd voornamelijk gebruikt om vast te stellen of er een indicatie voor helmtherapie was, maar deze wordt nauwelijks meer toegepast, aangezien het beoogde effect minimaal was. De meting geeft nog wel zodanig informatie dat duidelijk is hoe groot de afwijking is en met metingen in de tijd of deze effectief verandert.
De richtlijn van ‘Jeugd Gezondheid Zorg’ raadt behandelingen voor voorkeurshouding bij alternatieve, niet medische hulp, osteopaten, chiropractors, manueel- en craniosacraal therapeuten af. Deze behandelingen zijn niet wetenschappelijk onderbouwd en bovendien niet zonder risico.
De huidige adviezen op het gebied van positionering en hantering zijn indien consequent en intensief toegepast vaak voldoende effectief en corrigerend.
Het symmetrisch stimuleren en activeren van de baby zijn hierbij de optimale remedie en veel buikligging als de baby wakker is.

Tips voor slapen:

Zorg dat tijdens de slaap het hoofdje afwisselend naar links en naar rechts ligt, eventueel door de baby andersom in bed te leggen met het hoofd aan het hoofdeinde en dan weer voeteneinde van het bed.
Wissel bij elk dutje en gebruik als geheugensteun bijvoorbeeld een kleurrijke pop of mobile aan de kant die weer aan de beurt is.

Tips voor spelen

Als de baby wakker is regelmatig onder toezicht op de buik leggen. Minimaal drie tot vijf keer per dag. Begin hier al gedurende de eerste weken mee en begin dan met een minuut en bouw dat langzaam op; breidt dat uit naar vaker en steeds langer. Het spelen in zijligging is ook een goede houding ter afwisseling.
Verander de positie in de box regelmatig, en biedt opvallend speelgoed aan verschillende kanten aan, zodat de baby gestimuleerd wordt en er ook aan went om naar verschillende kanten te kijken. Vooral veel variatie, afwisseling en symmetrie.

Tips tijdens de verzorging

Geef de baby flesvoeding wisselend op de rechter- of linkerarm of kies voor een symmetrische houding.Verzorgen en verschonen op het aankleedkussen zoveel mogelijk links en rechts afwisselen of symmetrisch (recht voor je). 

Praktijk Kinderfysiotherapie
Nicole Ch.D. Merkx
Penstraat 99 (t/o Avila Hotel)
4610961 en 5634333
nicmerkx@hotmail.com

Loading

Over de auteur

Generic selectors
Exact matches only
Search in title
Search in content
Post Type Selectors
Filter by Categories
Gezond Bewegen
Gezond Denken
Gezond Eten
Gezond Leven
News

Abonneer